Bouwplannen voor de Horizontale Simplex Top Bar Bijenkast

Alles begint bij het raam

De raammaat bepaalt de afmetingen van de kast

De ramen van mijn gewone bijenkasten, waarmee ik begon te imkeren,  zijn Belgische Simplex. Hier een leuk overzicht van alle raammaten. Ik opteer voor een nieuwe raammaat die gewoon het dubbele is van deze Belgische Simplex. Uiteindelijk hetzelfde als de Nederlandse Simplex, alleen zijn de oren van de ramen iets korter, namelijk 20 mm ipv 37,5 mm.

De breedte van de toplat is 33mm. Dit is een pak korter dan de gewone ‘hart op hart’ raatafstand van 37 mm die standaard wordt voorzien in bledden in bijenkasten. De kortere raatafstand, die door sommigen als natuurlijker wordt beschouwd, vergemakkelijkt een betere warmte huishouding. Hieronder de afmetingen  – alles in mm.

raammaat horizontal hive dubbele simplex - in mm
raammaat horizontal hive dubbele simplex - in mm

En daarna bouwen we de kast rond het raam

Hoe breed is de bijenkast?

Het raam is 36,4 cm breed (lengte onderlat + 2 keer 12mm van de zijlat). Daarbovenop komt de bijenruimte, een ruimte tussen 6 en 9 mm die de bijen nooit dichtbouwen. Ik hanteer 8 mm.

De zijpanelen van de bijenkast worden samengesteld door planken die dwars op elkaar worden geschroefd en gelijmd met watervaste polyurethaan lijm. Ik gebruik hiervoor hout van paletten die ik recupereer. De zijpanelen zijn 4,5 cm dik, 1,5 van de plank van het pallet  + 3 cm van de vertikale plank hout gerecupereerd van een afvalcontainer.

Dus lengte van A op de tekening hieronder = 47 cm.

dwarse tekening

tekening raam horizontale bijenkast
tekening raam horizontale bijenkast

Dikke wanden voor isolatie

Dikke wanden voor isolatie en stabiel klimaat binnen in de horizontale kast

De zijwanden van deze bijenkast zijn 4.5 cm dik, dus veel dikker dan de gebruikelijke hoogsels die +/- 2cm dik zijn. De horizontale kast isoleert daardoor beter en het klimaat binnenin de kast is stabieler. In deze kasten merk ik dan ook geen bijen die tijdens de hittegolf naar buiten komen baarden omdat ze het binnenin te warm hebben.

De dikke buitenplanken van 3 cm zijn haaks geschroefd op de binnenplanken van 1.5 cm. Die bovenste plank fungeert dan ook meteen als drager voor de ramen. Zoals je kan zien op de foto. Let vooral op de bijenruimte van 8 mm tussen raam en zijwand.

Ook boven de ramen  is er nog enkele cm vrij – tussen de toplatten en de isolatie van het deksel, B op de tekening. Hier bovenop komt achteraf nog extra isolatie om de warmte boven de cluster goed vast te houden.

zijwand horizontale kast
zijwand horizontale kast
bijenruimte van 8mm tussen raam en zijwand
bijenruimte van 8mm tussen raam en zijwand

De bodem...

isolatie onder de bodem

geïsoleerde bodem van horizontale bijenkast
geïsoleerde bodem van horizontale bijenkast

vlieggat en vliegplank aan beide zijden

vlieggat en bodem van de horizontale bijenkast
vlieggat en bodem van de horizontale bijenkast
bodem met 2 vliegplanken
bodem met 2 vliegplanken

geen varroarooster meer !

De varroa plant het snelste voort in een iets koelere omgeving. Of omgekeerd, die lieve varroa’s hebben het lastig in een warme omgeving. Vandaar dat ik aan het overstappen ben naar bodems zonder varroarooster… ‘Springen’ noem ik dat. Want inderdaad, nu heb ik geen enkele controle meer over de varroa’s die vallen, dus ook geen enkele indicatie van de besmetting van het bijenvolk. Maar mijn korte ervaring leert dat de volkjes die krap en warm zitten, dat die schijnbaar weinig last hebben van varroa’s.

Dus de bodem bestaat uit planken uit pallethout van 1.5 cm dik, op een kader van balkjes van 5 cm. Aan de onderkant is een isolatieplaat van 2cm aangebracht zodat ook langs onder zo weinig mogelijk warmte verloren gaat. De vliegplank zelf zijn gewoon 3 planken die iets langer zijn, en dit aan beide zijden! Zo kan ik zonder problemen een broedaflegger maken in dezelfde kast als ‘biotechnische varroabehandeling’.  De ramen met broed worden gewoon in de andere kant van de kast gehangen. De vliegbijen vliegen terug naar het intussen broedloze nest waar de varroa een fikse dreun krijgt in zijn voortplantingsmechanisme.

Deksels!!!

Isolatie in het dak

De binnenkant van het dak is voorzien van 2 cm isolatie onder een dunne betonplex plaat. Daarbovenop een aluminium folie die ik in mijn favoriete winkel op maat laat snijden. Boven de cluster bijen is de kast dus zeer goed geïsoleerd: 1,2 cm hout van de toplatten, dan losse isolatie (bijv apifoam) op de ramen, en dan een nauw aansluitend isolatie deksel dat perfect past zodat er zeker geen tocht kan binnenwaaien. De laatste 2 winters hebben de bijenvolken die overleefden in deze kasten maar 3 kg eten verbruikt tussen 1 oktober en eind maart.

houten dak met aluminium folie

Afwerking en details

Very heavy stuff

De wanden van de bijenkast zijn 4,5 cm dik. De kast is ongeveer 80cm lang (goed voor 25 ramen). Dit maakt dat de kast in zijn geheel bijna 50kg weegt, als ze leeg is. Dus absoluut geen doetje om te vervoeren. Ik heb er schragen in beukenhout ondergeplaatst die elk 110 kg kunnen torsen. Ook staat de kast niet 100% waterpas, maar helt ze heel licht af naar het vlieggat zodat eventueel overtollig water door het vlieggat kan wegsijpelen. De vlieggaten zelf worden verkleind tot 2 à 3 cm met schuim of apifoam. Alleen bij volle dracht, tussen mei en juli gaat de vliegspleet volledig open.

Ruwe binnenkant

De planken van de paletten van de binnenkant van de kast zijn heel ruw hout. Ideaal voor de propolis aanzet. Zeker geen geschaafd hout nemen, integendeel. Ik heb verschillende krassen gemaakt met een bijtel om de binnenoppervlak nog groffer te krijgen.