De Broedaflegger: de beste vermeerderingsmethode

Hoe maak je een broedaflegger?

Een aflegger maken in mei, juni of juli: Praktische handleiding voor een broedaflegger

 

  1. Rond 11u in de voormiddag of 15u in de namiddag, wanneer zoveel mogelijk vliegbijen buiten zijn op een prachtige zonnige dag, verplaats je de kast waaruit je een broedaflegger gaat nemen. Deze kast noemen we hier de oude kast.  Een metertje volstaat, het mag altijd meer. Ik maak meestal broedafleggers eind juni en ik laat dat samenvallen met de honingoogst, zo moet ik de bijenkast niet teveel openen.
  2. Plaats een nieuwe bijenkast op de oorspronkelijke plaats waarin de broedaflegger gaat komen. De terugkerende vliegbijen vinden onmiddellijk de nieuwe kast en kunnen aanstonds naar binnen (Daarom noemen ze dit een vlieger). Je kan zelfs de oude bodem laten staan onder de nieuwe kast van de oorspronkelijke standplaats.
  3. Neem alle ramen waarop geen broed aanwezig is uit de oude kast, en zeker geen gesloten broed, en plaats deze ramen in de nieuwe kast op de oorspronkelijke plaats, in de vlieger dus. Respecteer zoveel mogelijk de volgorde van de ramen. Voorzie in het midden 2 lege ramen zodat de koningin kan beginnen eitjes leggen. De koningin verhuist inderdaad mee naar de nieuwe kast op de oude plaats.
  4. Alle ramen mét broed, en zeker de ramen met gesloten broed, blijven (liefst in dezelfde volgorde) in de oude bijenkast die op de nieuwe locatie staat.
  5. En plaats ramen met waswafels aan beide zijden van de broedramen, als je plaats over hebt.
  6. Plaats een raam met voedsel naast een waswafelraam, tenzij de broedramen genoeg stuifmeel en honing bevatten.
  7. Plaats de raamafdekking en liefst nog een extra isolatie zodat zo weinig mogelijk warmte verloren gaat.
  8. Maak dit vlieggat zeer eng, 1 cm is namelijk voldoende zodat de aflegger beschermd wordt tegen roverij, tocht,… Dit volk heeft namelijk geen koningin, er is nog geen eenheid, dus cruciaal om roverij te voorkomen.
  9. Als er te weinig voeding is, geef de aflegger 2 à 3 kg eigen honing, of als je dat niet hebt een suikeroplossing (1 op 1) of 2kg suikerdeeg; Als er genoeg voeding in de broedramen zat rond het broednest, dan kan je dit bijvoederen ook later doen. Kijk erop toe dat het volk steeds 2 à 3kg voedsel ter beschikking heeft. Een vol simplexraam bevat minstens 2 kg voedsel.
  10. Laat nu je aflegger met rust!  De aanwezige bijen gaan nu een nieuwe koningin maken. Elke interventie van de imker, zoals het openen van het deksel, het verzetten van de kast, het uithalen van de raampjes, verlaagt de kans op succes!
  11. 24 dagen later is het de ideale moment voor een eerste anti-varroa behandeling (indien nodig of gewenst) van deze broedaflegger, want al het broed is immers uitgelopen, ook de laatste dar. Een oxaalzuurbehandeling is ideaal.  Maak van deze actie gebruik om eens even te piepen of je koningin aan de leg is (zie hieronder).
  12. Zodra een waswafel uitgebouwd is en bezet met broed of honing en stuifmeel, plaats je het volgende raam met waswafel naast het broedraam. Doe dit echter niet meer na 15 augustus, daar de kans bijzonder klein is dat de bijen dit raam nog gaan opwerken.
  13. Na 20 augustus geef je de wintervoeding. De hoeveelheid hangt af van de aanwezige hoeveelheid honing die de bijen zelf verzameld hebben. Schat deze hoeveelheid in en voer bij tot het bijenvolk aan ongeveer 10kg wintervoeding komt; 1dm² bezette raat aan beide zijden komt overeen met 0,4 kg. Een vol simplex raam komt overeen met 2kg.
  14.  Mijten tellen: Leg een wit blad papier op de varroa bodem en tel elke dag de mijten die gevallen zijn, zowel de bruine (volwassen) mijten als de witte mijten. Tel je in de maand augustus meer dan 10 mijten per dag dan is de varroabesmetting te hoog en bestaat het risico dat het volk de volgende lente niet haalt omdat het te zwaar is aangetast.
  15. Indien nodig in  december/januari de anti-varroa behandeling met oxaalzuur.

De nieuwe bijenkast die alle ramen zonder gesloten broed heeft, die kan de dag erop al behandeld worden met een oxaalzuuroplossing. De mijten die je kan vinden in de dagen erop zijn een goede indicator voor de besmetting van de nieuwe aflegger. Immers, 85% van die mijten zitten in het gesloten broed. Tel je de dagen erop ongeveer 30 mijten op de varroa lade van de vlieger, dan weet je dat er nog +/- 170 mijten in het broed van de aflegger zitten.

BRIAS - Broed In Alle Stadia - Eitjes en Larfjes getuigen van een leggende koningin
BRIAS - Broed In Alle Stadia

Voordelen van de broedaflegger

Biotechnische bestrijding van de varroa mijt.

Door de broedaflegger te nemen van het volk bootsen we eigenlijk kunstmatig een zwerm na. De vlieger (nieuwe kast) is dan eigenlijk de vertrekkende zwerm, waarbij de broedaflegger (oude kast) het oude volk is waarin een nieuwe koningin zal gemaakt worden. Daardoor genieten we van alle voordelen van de zwerm. Door de broedstop in de aflegger kunnen ook de varroa mijten zich niet voortplanten, waardoor het een biotechnische bestrijdingsmethode is. Wanneer je in de vlieger vele mijten hebt, dan kan je het allereerste gesloten broed van de aflegger vernietigen. Daar zitten immers alle mijten in, die van het eerste gesloten broed profiteren om voort te planten.

Volksvermeerdering van 1 naar 2 of 3

De aflegger is de beste manier om aan volksvermeerdering te doen. Bovendien is deze methode combineerbaar met standbevruchting, waardoor de noodzakelijke darren op je eigen stand blijven. Je hebt dus geen extra bevruchtingsstand nodig.

Bijenvolk kan eigen koningin kiezen

Bovendien kunnen de bijen in de afleggers zelf hun eigen koningin kiezen, wat wederom een hogere garantie is op een koningin met goede eigenschappen om te overleven.

De broedaflegger - de nieuwe koningin is aan de leg
De broedaflegger - de nieuwe koningin is aan de leg