Laat het bijenvolk zelf beslissen welk larfje koningin wordt

Van welk larfje moeten de werksters een nieuwe koningin maken?

Wanneer je een aflegger maakt, of wanneer de koningin plots sterft, dan maken de werksters een redcel. Ze kiezen een larfje, voeden die koninginnenbrij en dit wordt de nieuwe koningin.

Dit onderzoek toont aan dat werksters, wanneer ze larfjes uitkiezen om een nieuwe koningin te maken, dat die keuze helemaal niet willekeurig is. De werksters hebben allemaal dezelfde moeder, maar verschillende vaders, naargelang welke spermacel de koningin gebruikte om de eicel te bevruchten. De werksters zouden dus een koningin kunnen maken die afkomstig is van dezelfde vaderlijn, of dezelfde subfamilie. Maar dat doen ze blijkbaar juist niet! Ze vergeleken het DNA van de nieuwe koninginnen met het DNA aanwezig in de subfamilies. Daaruit blijkt de nieuwe koninginnen juist gemaakt werden uit larfjes van heel kleine subfamilies. Deze subfamilies zijn zo klein, dat men ze tot nog toe met de huidige technieken nooit ontdekte. De auteurs spreken daarom van raadselachtige koninklijke subfamilies (vandaar de titel: Cryptic “royal” subfamilies).

Werksters kunnen dus blijkbaar genen lezen

Werksters kunnen dus blijkbaar het genetisch materiaal van de larfjes lezen, want ze kunnen heel specifiek larfjes kiezen die verschillen van hun eigen afkomst. De werksters kiezen er dus voor om juist geen koningin te maken die een halfzuster is van henzelf. De auteurs geven zelf toe dat de onderliggende mechanismen nog niet duidelijk zijn. We kunnen al wel afleiden dat er een ingebouwd mechanisme is voorzien dat genetische diversiteit wordt gewaarborgd.

Kunstmatige Inseminatie

Om een bepaalde eigenschap gegarandeerd door te geven kan een koningin met kunstmatige inseminatie voorzien worden met sperma van 1 dar. Alle werksters en koninginnen die hieruit voortkomen bezitten dus zeker de eigenschap die is doorgegeven. Echter, dit onderzoek suggereert dat deze eigenschappen in de navolgende generaties wel heel snel verdwenen zou kunnen zijn, omdat de werksters juist larfjes kiezen die in de subfamilie weinig voorkomen.

verdeling van subfamilies in werksters en koninginnen

De grijze staafjes, in aflopende volgorde zijn werksters in de kolonie. De zwarte staafjes zijn koninginnen uit redcellen. Vele koninginnen komen uit vaderlijnen die ofwel zeldzaam of volledig afwezig zijn bij de werksters.
bron: https://doi.org/10.1371/journal.pone.0199124.g001

Laten ons de werksters vertrouwen

We weten dus niet goed hoe de selectie van de nieuwe koningin juist gebeurt, maar het resultaat is duidelijk. De honingbij heeft zich duizenden jaren goed weten te manifesteren, dus misschien moeten we er af en toe op vertrouwen dat de werksters betere keuzes kunnen maken dan de imkers. Dat wil ook zeggen dat het overlarven vanuit een bijenvolk andere koninginnen zal opleveren, dan wanneer de werksters zelf hadden kunnen kiezen.

Trouwens de werksters geven de nieuwe koninginnen een extra vaccin mee tegen ziekten die aanwezig zijn in de Kolonie. Dit heet dan “Trans-generational immune priming”. Dit positieve gevolg geniet een koningin niet indien we overlarven uit andere volken.

Koningin bevrucht door 77 darren

Koningin paart met veel meer darren dan eerst aangenomen

De onderzoekers stelden vast dat er 34 tot 77 vaderlijnen of subfamilies per kolonie konden gevonden worden. Een heel pak meer dus dan de 6 tot 40 darren waarover we eerder spraken.  Terecht, want verschillende onderzoeken wezen al uit dat kolonies met een koningin aan het hoofd die door meer darren werd bevrucht meer broed aanzetten en minder varroa hebben.

En nog maar eens een reden om zeker geen darrenbroed te snijden, we hebben ze nodig voor de bevruchting van onze koninginnen.

Dar

meerdere darren bevruchten koningin
image credit: typesofbees.info

Bronnen:

Withrow JM, Tarpy DR (2018) Cryptic “royal” subfamilies in honey bee (Apis mellifera) colonies. PLoS ONE 13(7): e0199124. https://doi.org/10.1371/journal.pone.0199124

Delaplane KS, Pietravalle S, Brown MA, Budge GE. Honey bee colonies headed by hyperpolyandrous queens have improved brood rearing efficiency and lower infestation rates of parasitic varroa mites. PLoS One. 2015;10(12):e0142985. pmid:26691845 https://doi.org/10.1371/journal.pone.0142985

Hernández López J, Schuehly W, Crailsheim K, Riessberger-Gallé U. Trans-generational immune priming in honeybees. Proc Biol Sci. 2014;281(1785):20140454. Published . doi:10.1098/rspb.2014.0454 https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4024302/